Schaatspeloton.nl - Columns - You bleed, just to know you're alive

You bleed, just to know you're alive

geplaatst vrijdag 13 november 2009 om 09:21:48 op Schaatspeloton.nl

Kimberly Muusse

Kimberly Muusse is een 23-jarige marathonschaatsster en studente. Uitkomend voor het Team Hoolwerf Heiwerken van Neeke Smit probeert Kimberly Muusse ook dit seizoen weer de balans te vinden tussen de factoren die nodig zijn om top te kunnen presteren. Hierdoor hoopt ze haar wens, het behalen van een podiumplek, te kunnen verwezenlijken. Naast het schaatsen studeert Kimberly Muusse aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Na in 2007 een bachelor Psychologie te hebben behaald wil ze komend jaar af studeren als bewegingswetenschapper. Daarna wil ze beide studies gaan combineren in sportpsychologie om zo in de toekomst topsporters mentaal te kunnen gaan begeleiden. Vanaf vrijdag 2 oktober zullen de bezoekers van Schaatspeloton.nl om de week de ijsbeleving en de visie over het sporter-zijn van Kimberly Muusse kunnen lezen in haar columns.

Ik loop met 1 been op de stoep,
En 1 been in de goot,
En als ik dat niet doe,
Dan ben ik morgen dood.


Soms vragen mensen aan me waarom ik het leuk vind al dat schaatsen. Ik kan er geen antwoord op geven. Het is een gevoel. Ik ben niet zo´n sociale prater. Ik kan mijn denkbeelden ook niet altijd vastknopen aan de realiteit. Met als gevolg: die van Muusse, die spoort niet helemaal.

Terugkomend over het waarom. Ook op de PC kom ik niet tot de juiste beschrijving. Waarom vind ik het lekker om 200 kilometer te kunnen schaatsen? Is het de pijn? Waarom vind ik het fijn om elke zaterdag ergens op een baan in Nederland zo diep te gaan, dat mijn wereld in lijkt te storten? Misschien omdat in de sport een honderdste van een seconde een eeuwigheid kan zijn. Een groot woord, Persoonlijk Record, is slechts een kwestie van een klein stukje in de tijd. Waarom moet ik mezelf dan zo uittesten en pijn doen? Ik ben heus geen masochist. Ik heb de uitdaging wel nodig om te leven.

Het lijkt erop dat ik me lichaam elke keer moet uittesten of hij het nog doet. Dit gaat gepaard met rare handelingen en rare dwanggedachten. De omgeving moet namelijk zo veel mogelijk lijken op de omgeving toen ik een goede prestatie leverde.

Komt het toch niet verdacht vaak voor dat we de situatie naar ons hand willen zetten en hopen op een winnende uitkomst?

Heb je ooit Nadal zijn flesje recht zien zetten? En nog een keer? En nog een keer? Misschien heeft hij er ook een schemaatje voor: 2 keer rechtsom, 1 keer linksom, 3 keer rechtsom. Vervolgens zie je hem naar zijn achterwerk graaien: Ik moet wel ff me onderbroek uit me naad halen, daarna beat ik die Federer. Ik adviseer hem beter om geen onderbroek aan te trekken.

Maar ja. Wie ben ik? Ik heb er zelf ook een handje vol van en vorm het ultieme voorbeeld van een zeer ongezond mens, in de theoretische zin van het woord.

Toen ik begon met schaatsen had ik een mascotte aan mijn tas hangen, maar omdat ik toen al bekend stond om mijn zeer wisselende prestaties, hing mijn geluk nog niet af van die sleutelhanger. Later in het marathonschaatsen reed ik mijn eerste wedstrijd uit in een groen-gele string (4,95 bij de H&M). Deze bijzondere string moest er voor zorgen dat ik daarna elke wedstrijd uitreed en moest daarom ook gewassen zijn op de zaterdagavond.
Op een gegeven moment kwam ik tot de verbazingwekkende ontdekking dat ik goeie wedstrijden reed als ik ‘s ochtends mijn oorbellen wisselde. Dit was dan ook elke zaterdag het geval. Totdat Cees mij erop wees dat de oorbellen vast kunnen vriezen tijdens natuurijswedstrijden. Twee jaar daarop was ik eindelijk van deze idioterie af, want ik reed lekker mee op de Weissensee, zonder oorbellen.

Natuurlijk heb ik nog steeds van die onzinnige praktijken. Een klein, maar menselijk voorbeeldje is dat ik in de war raak als ik mijn veters verkeerd strik. De juiste volgorde is: eerst links, dan rechts. Anders raak ik in de war en moet het overnieuw. Meer van mijn ritueeltjes zal ik niet prijsgeven, want ik denk dat ik dan helemaal niet meer geaccepteerd word in onze samenleving. Het is natuurlijk de Psycholoog in mij die zorgt voor dit zelfbewustzijn.

Als sporter weet je het stiekem wel als je doordraait. Een sporter kent zijn lichaam donders goed. Als we de grens overschrijden van ons kunnen. Als we even niet kunnen accepteren dat we ons lichaam niet kunnen controleren. Als we weer even weten dat we toch echt geen machines zijn. Dan raken we in de war.
En elke sporter komt in aanraking met die onzichtbare, ontastbare en angstaanjagende grens. Het schaatsen wordt anders. De benen doen het niet meer. De ogen missen hun glans. De kop is vermoeid. Dán weet je dat je te ver bent gegaan.

In mijn geval moest ik daarna een nieuwe uitdaging vinden. Sport moet leuk blijven. Ik had zelf een uitdaging nodig waarin ik mijzelf terug zou vinden. Een uitdaging die aangaf dat ik naast schaatsen nog meer in me heb om trots op mezelf te zijn. Ik vond die uitdaging en pakte het schaatsen weer op.

Toch blijft het moeilijk accepteren. Wil ik doorgaan met de sport? Het wordt best een probleem als je de wedstrijd tegen jezelf hebt verloren. Toch kun je eruit komen. Dan ben je voorzichtig op de verkeerde momenten. Maar het kan ook zijn dat je onverslaanbaar wordt om de rust die je hebt gevonden. En met de tijd leer je om alle ritueeltjes in te perken.

Gestoorde gedachten zijn dichter bij dan je denkt.
Heb je geen idee waar ik het over heb?

Bestudeer jouw eigen handelingen eens als je uit de douche stapt.
Hoe droog jij je af?

Zit hier ook niet stiekem een systeem in?

Probeer eens een andere volgorde.

Alle Columns van Kimberly Muusse:

Lady / Tjik (2 oktober 2009)
Le moment suprême (16 oktober 2009)
Een Idool (30 oktober 2009)
You bleed, just to know you're alive (13 november 2009)
Bedoel je een krultang? (27 november 2009)
Als thuiskomen (11 december 2009)
SchijnHeilige (25 december 2009)
When I was just a little girl, I asked my mother what will I be (8 januari 2010)
Weissensee... (22 januari 2010)
Look a lijk (5 februari 2010)
Natuurijs (19 februari 2010)
Zodoende beroep ik mij op mijn recht om moeilijk te zijn (5 maart 2010)