Schaatspeloton.nl - Columns - De Fringale

De Fringale

geplaatst maandag 1 februari 2010 om 13:58:14 op Schaatspeloton.nl

Jouke Hoogeveen

Jouke Hoogeveen is een 30-jarige Pedagoog uit Amsterdam. Daarnaast skeelert en schaatst hij op het hoogste niveau. Zijn talent om lang door te kunnen bijten komt goed van pas op lange wedstrijden op asfalt en ijs. Zo won hij vorig seizoen de 150 kilometer op natuurijs in Zweden. Jouke Hoogeveen is geboren in het Elfstedenstadje IJlst, maar woont sinds zijn studietijd samen met Femke Roemer in het centrum van Amsterdam. Als pedagoog begeleidt hij kinderen met een autistische stoornis. Pas na zijn studie is Jouke Hoogeveen gaan schaatsen. Hij was direct enthousiast over de combinatie van keiharde competitie en gezelligheid binnen het marathonschaatsen. Dit jaar is zijn derde jaar op het hoogste niveau. Ook dit jaar zal hij weer azen op een hoofdprijs, liefst op natuurijs. Vanaf vrijdag 9 oktober zal Jouke Hoogeveen voor Schaatspeloton.nl om de week zijn gedachten in een column vatten.

Ooit een professionele sporter lachwekkend traag zich zien voortbewegen? Alberto Contador, de beste wielrenner van de wereld stond vorig voorjaar gigantisch voor schut. Terwijl hij op weg was naar de eindzege in Parijs-Nice ontmoette hij op de slotklim van één van de laatste etappes de man met de Hamer. Hij kreeg zo'n klap dat hij als een bejaarde op een boodschappenfiets de slotkilometers voltooide.

Het grootste deel van het peloton ging de onfortuinlijke Spanjaard voorbij en de eindzege verdween uit zicht. El pistolero was vergeten voldoende te eten en had al zijn kruit verschoten.
De Fransen noemen het ‘fringale', hoe Oostenrijkers het noemen weet ik niet. Wat vaststaat, is dat de fringale een internationaal fenomeen is. De fringale is een gebeurtenis waar elke duursporter mee te maken kan krijgen. Ook op de Spielplatz der Natur, ook op de zonovergoten Weissensee aasde de man met de Hamer op slachtoffers. Zaterdag werd ik geklopt door de honger.

De man met de hamer dook op uit het niets. Want het ging prima, de 200 kilometer wedstrijd van de Weissensee. Net als tijdens de eerdere wedstrijden was het ijs van uitmuntende kwaliteit. Wie een beetje met de vele scheuren overweg kon, kon tot diep in de finale lekker meeglijden achter de op kop dansende Helling.
Zo'n tien kilometer voor het einde was het tijd om uit mijn kooi te komen. Vlak daarvoor bood een welwillende Bob de Vries mij nog een reep aan. Het bleek slechts de verpakking te zijn van de reep die hij eerder verorberd had, een goede grap waar ik op dat moment hartelijk om kon lachen.

Ik demarreerde omdat de kopgroep met natuurijspecialisten Becker en Jens Zwitser, en ook Bergsma en Douwe de Vries een voorsprong begon op te bouwen. Achter mij reageerden de favorieten die zich nog in het peloton hadden schuilgehouden. Bob, Heideman, Aerts en Lissenberg kwamen mee en al snel draaiden we samen rond als een geoliede machine. We gingen bij de kopgroep komen en zouden daarna met zijn negenen in de laatste kilometers om de winst gaan strijden, dat stond voor mij al vast.

Terwijl we soepeltjes ronddraaiden op het grote meer, begon ik alvast aan de finish te denken. Wat zou ik lekker gaan eten als ik eenmaal gearriveerd was! Een lekkere trek maakte zich van mij meester en ik fantaseerde over gebakken eieren, liters cola een lekkere worsten. Nog even die 200 afmaken en dan zou ik gaan genieten van een welverdiend feestmaal.

Terwijl wij de brug naderden veranderde de lekkere trek in een steeds dwingender hongergevoel. De honger had ook negatieve bijeffecten. Mijn benen begonnen kracht te verliezen, mijn kopbeurten werden steeds korter. In mijn oortelefoon maande Bram mij harder te rijden. In ons groepje reden sterke mannen, wij moesten te vluchters gaan inrekenen.
Ik ontving het advies van Bram, maar in plaats van aanzetten op kop, belandde ik achteraan het groepje met achtervolgers . Ik kon niet meer overnemen en ook volgen kostte me allengs meer moeite. In mijn hoofd begon ik al genoegen te nemen met een negende plekje. Daarna zou het feestmaal gaan beginnen!

Maar ook dat scenario verdween al snel in de prullenbak. Eindelijk kwam de brug in zicht. Ik nam me voor al bungelend bij het groepje te blijven. Aan het elastiek zou ik de finish wel bereiken. Lissenberg vertrouwde het zaakje niet, en maande mij mee te werken. Ik was bezig hem te verzekeren dat ik echt niet meer kon, Bram tetterde in mijn oor dat ik me niet gek moet laten maken door Youri, ik wilde zeggen dat ik echt niet meer kon sprinten, maakte een ‘nekje eraf' gebaar naar Bram en toen……

Baf! Dreun! Klop! Een sidderende slag trok door heel mijn lichaam. Was ik met mijn wazige hoofd tegen de brug gereden? Mijn ogen stonden scheel in mijn kop, mijn benen werden loodzwaar. Ik wilde liggen, ik wilde slapen in de zachte sneeuw. Op vijf kilometer van de finish kreeg ik een keiharde klop van de man met de Hamer.
Op Thialf reed ik die afstand nog in 6.37. Dat moet een droom zijn geweest, een fantasie. Want deze laatste vijf hebben me meer dan een half uur gekost. Youri, Jan-Maarten en Bob verdwenen uit het troebele zicht. Alles tintelde, duizelde en werd bibberend koud.

Stoïcijns pakte ik de laatste bidon van Teake aan. Rechtop wankelend en kalm dronk ik deze in een mum van tijd leeg. Drinken was het enige wat ik nog snel kon. Het overgebleven peloton was in geen velden of wegen te bekennen. Een mooie uitslag lag nog voor het oprapen. Het kon me niets meer schelen, de man met de hamer had alle energie en wil om door te gaan uit mij weggeslagen.

In een wazige wereld zag ik al snel het peloton voorbij stuiven. Ik sleepte mij voort en werd druppelsgewijs voorbij gesjeesd door enkelingen. Zij gingen ook niet meer snel en soepel, maar zij hadden nog een sterke wil om te finishen. Mijn lichaam, en ook mijn geest wilden alleen maar liggen, slapen, ergens anders zijn.

Kurt Wubben gleed langs en groette me met mijn bijnaam: ‘De lange adem'. Ik schaamde mij diep, wenste alleen te zijn. Ergens ver weg naar een zachte plek, zonder fringale, maar vol vertroeteling en voorzien van feestmaal.

Alle Columns van Jouke Hoogeveen:

Persoonlijk Record (9 oktober 2009)
Hoe is het nou in Amsterdam? (23 oktober 2009)
Melancholie (6 november 2009)
Partner Pijn (20 november 2009)
De tombola van de B-divisie (4 december 2009)
Afscheid van de Westertoren (18 december 2009)
Priesters in het Peloton (1 januari 2010)
De Tocht (16 januari 2010)
De Fringale (1 februari 2010)
Stakker (12 februari 2010)
Meedoen (26 februari 2010)
Grijze dagen (12 maart 2010)