Schaatspeloton.nl - Columns - Gevalletje nummer 13

Gevalletje nummer 13

geplaatst vrijdag 3 maart 2017 om 08:16:51 op Schaatspeloton.nl

Janneke Elzinga

Janneke Elzinga (1994) is opgegroeid in het Noord-Brabantse Oosterhout. Haar thuisbaan ligt in Breda, maar de laatste jaren schaatst zij in Nijmegen. Daar is zij nu bezig met haar laatste jaar van de Master Molecular Mechanisms of Disease. Opgevoed als langebaanschaatser, merkte Janneke een aantal jaren terug dat het marathonschaatsen veel beter bij haar past. Dat resulteerde afgelopen voorjaar in promotie naar de Topdivisie. Daar maakt zij dit seizoen haar debuut met het onlangs (zelf) opgerichte team iM FARMING. Als columnist zal zij vooral haar ervaringen als groentje in het peloton met het publiek van Schaatspeloton.nl delen.

Wanneer een tegenstander mij in de wedstrijd onderuit kegelt of ik zelf een uitschieter maak in de bocht, hoor ik mijn ploeggenoten al denken: "Het is weer zo'n dag." Dit seizoen ben ik kampioen van het valklassement. Jillert zegt dat het door mijn moeder komt, maar de oorzaak is meestal een domme fout van mijn onervaren zelf. Na een valpartij probeer ik meteen weer op te staan en naar het peloton te harken. Een enkele keer lukt het me om weer aan te sluiten. En wanneer niet, doe ik hard mijn best er sterker en wijzer van te worden.

Het doet me denken aan twee jaar geleden, toen ik bijna elke week tijdens trainingen op mijn snufferd ging. Vaak konden mensen aan het glijspoor zien dat ik weer eens het ijs had gekust. Ik viel meestal over links en gleed dan onbevangen de grijze strook van het middenterrein op. Mijn trainer grapte dat het kwam door het nummer dat ik sinds dat seizoen op mijn pak droeg: ik reed met nummer 13 in de Noord-Oostcompetitie. Gelukkig bleek - zo stelde een andere trainer mij gerust - dat dit getal in het marathonschaatsen juist een positieve betekenis heeft. Ik geloof bovendien helemaal niet in ongeluksgetallen.

Helaas kan ik ook niet zeggen dat nummer 13 mij veel goeds heeft gebracht. Wel ging ik na de periode van valpartijen beter en stabieler rijden. In mijn tweede jaar bij Noord-Oost heb ik zelfs een keer een wedstrijd gewonnen. Juist op die avond, echter, reed ik met een ander nummer: ik had per ongeluk het verkeerde pak in mijn tas gestopt en reed met nummer 46 (van een andere competitie) als eerste over de finish. Ik heb nooit met nummer 13 op het podium gestaan.

Afgelopen zomer deden we met het team mee aan een ploegentijdrit. We startten - jawel - met nummer 13. Men waarschuwde ons nog dat we het nummer op z'n kop moesten dragen, zoals wielrenners dat vaak doen. Wij - als marathonschaatsers - dachten wel beter te weten. Halverwege kregen we een lekke band.

Zou het op skeelers dan beter gaan? Een ploeggenootje had skeelerpakjes over, waardoor we op een zomerdag uniform konden trainen op de baan in Wolvega. Het nummer op de skeelerpakken was 31: dit lijkt op een omgedraaide 13, dus kon het bijna niet misgaan. Tijdens het maken van actiefoto’s, kwam ik echter ten val in de bocht en schaafde ik samen met een ploeggenootje over het asfalt. Op skeelers kan ik ook nog veel leren.

Je zou verwachten dat ik het niet erg vond dat nummer 13 nog steeds bezet was toen ik mijn overstap maakte naar de Topdivisie Dames. Toch kijk ik steeds met een gemengd gevoel van jaloezie en ontzag naar Bergsma en Ketellapper-Zielman. Net als de tweevoudig Elfstedentochtwinnaar, zijn ze erin geslaagd het tegendeel van het ongeluksgetal te bewijzen. Hun carrière wordt, van langebaan tot natuurijs, gekenmerkt door grote successen. Nu Carla na dit seizoen afscheid neemt, ben ik benieuwd aan wie het nummer - waarschijnlijk pas over twee jaar - wordt toebedeeld. Laat ik niet ongevraagd een grote druk op haar prestaties leggen, maar de lat ligt nu wel erg hoog.

Getallen spelen een grote rol in het marathonschaatsen. Dit werd mij pas echt duidelijk op Weissensee, de avond na de Alternatieve Elfstedentocht: bingo met Jannes. "“Daar moeten we heen," beweerde een ploeggenootje, "Dat is lachen." Het bleek inderdaad één groot feest.

Ook op het ijs wordt er constant geteld en gerekend. Tijdens de wedstrijd werpen rijders af en toe wanhopig een blik op het rondenbord. Zijn we nu nog niet op de helft? Of: is er nog ruimte voor een ontsnapping? In de uitslag word je op de zoveelste plaats geklasseerd en je doet je best om top 40 of top 20 te rijden. Alleen dit levert punten op voor respectievelijk de ranking en het algemeen klassement, een optelsom van wedstrijden. Er wordt fanatiek bijgehouden wie het vaakst op welke baan heeft gewonnen, de oudste, de jongste, de meest achtereenvolgend, etcetera. Op basis van dergelijke statistieken kan een marathonschaatser zich profileren, om te voorkomen dat hij of zij 'slechts als nummer' de boeken ingaat.

Zelf rijd ik nu met nummer 27. Een getal dat me in eerste instantie niks zei, totdat ik begreep dat dit nummer toebehoorde aan Groeneveld – wat hem duidelijk geen geluk bracht. Hij maakt een mooie documentaire over zijn verhaal, genaamd 'Vallen en opgestaan'. Een motto dat goed bij me past, maar ik wil zeker niet beweren dat mijn laffe valpartijen enigszins vergelijkbaar zijn met wat hij heeft meegemaakt. Laatst ontdekte ik dat een (dertig jaar oudere) neef van mij ook marathonschaatser is geweest. Ik vroeg het na bij mijn vader, waarop de plakboeken tevoorschijn werden gehaald. Hierin stonden krantenartikelen met uitslagen van skeeler- en schaatswedstrijden waaraan de fanatiekeling had meegedaan en die zijn oom zorgvuldig bewaarde. Toen ineens die foto van mijn neef in schaatspak: nummer 27 prijkte op zijn been. Het nummer is blijkbaar voor mij weggelegd.

Niet elke marathonschaatser zal waarde hechten aan zijn beennummer: het gaat immers om de uitslagen. In ieder geval gebruik ik zelf de nummers van mijn tegenstanders om onderweg te ontdekken wie er voor of naast me rijdt. Hartstikke dom natuurlijk. Ik werp eenmaal een blik naar rechts en daar lig ik. Nee, Jillert, die onhandigheid heb ik niet van mijn moeder. Met weemoed denk ik terug aan de laatste wedstrijd dat ik overeind bleef staan. Dat was in Rotterdam, op vrijdag de 13de. Je vraagt je misschien af waarom ik die avond niet op mijn bek ben gegaan. Maar ik geloof helemaal niet in ongeluksgetallen.

Alle Columns van Janneke Elzinga:

Jantje Debutantje (28 oktober 2016)
Dagboek van een onervaren trainer (11 november 2016)
Conditioneren (25 november 2016)
De dooi of de gladiolen (9 december 2016)
De kersttrui (23 december 2016)
Oude banden & Nieuwe veren (6 januari 2017)
Puur natuurijs (20 januari 2017)
Het kan vriezen, het kan dooien... (3 februari 2017)
Hoe je paarden laat plassen (17 februari 2017)
Gevalletje nummer 13 (3 maart 2017)
Pelotonmolloot (17 maart 2017)