Bewegingswetenschapper en oud-sprinter Jurre Trouw wil AB Vakwerk stap verder brengen
geplaatst woensdag 18 oktober 2017 om 14:46:05 op Schaatspeloton.nl
Jurre Trouw tijdens de training in gesprek met de rijders van AB Vakwerk Schaatsteam. (bron: Fotocredit: Iwan van Nieuwenhoven)
In 2007 reed hij zijn laatste spetterende 500 meter. Daarna begon het gesukkel voor de inmiddels 33-jarige Hilversummer. Blessure na blessure dwong hem ertoe in 2010 te stoppen. Drie operaties in één jaar tijd maar liefst. Eerst zijn enkel, later zijn lies en uiteindelijk zijn heupen, daar waar de klachten al die tijd vandaan bleken te komen. "Na de revalidatie van de tweede operatie voelde ik op het ijs gelijk: er is niets veranderd, de klachten zijn er nog." Met gevoel voor understatement: "Dat was enigszins teleurstellend."
Het bleek te gaan om artrose in zijn heup, iets waar hij nooit meer vanaf zal komen ondanks dat het hem in het dagelijks leven nog niet heel erg hindert. Schaatsen lukt echter niet meer. Een laatste operatie mocht niet baten, het was einde carrière. "Ik kan er wel in berusten en het los laten. Maar het was natuurlijk heel frustrerend. Ik schurkte tegen de top vijf aan in Nederland en droomde van de Olympische Spelen. Ik heb lang niet alles uit mijn eigen carrière kunnen halen."
Master bewegingswetenschappen
Het blessureleed doet hem de bakens verzetten. Hij studeerde fysiotherapie en rondt deze zomer ook zijn master bewegingswetenschappen af. Genoeg basis om voor de schaatsbond trainingen voor trainers te verzorgen en bij AB Vakwerk 'met de poten in de klei te staan'. "Je kunt niet alleen maar trainers trainen zonder zelf op het ijs te staan. Ik probeer mezelf via AB Vakwerk te ontwikkelen in een discipline die niet mijn eerste natuur is."
De verschillen tussen marathonschaatsers en langebaanschaatsers zijn groot, zo heeft hij al ervaren. "Met name de relaxtheid onder marathonschaatsers versus langebaners die strikt zijn en bepaalde dingen altijd op een bepaalde manier willen doen. Als dat niet lukt, is dat per definitie van negatieve invloed op de prestatie. Terwijl marathonschaatsers veel organischer zijn. Als het nu even niet zo lukt, dan doen we het anders, zodat we uiteindelijk ook ons doel bereiken."
Dat vertaalt zich ook in minder afzondering. De meeste marathonschaatsers durven er gewoon bij te blijven werken. "In het langebaanschaatsen is dat heel anders. Het is het enige dat ze doen. Maar als je wilt groeien, moet je soms een bredere scope hebben, méér dan het moment nu. Dat vind ik positief aan marathonschaatsers."
De beste race in Calgary
Zelf kickte hij erop om helemaal toe te leven naar één moment. De wereldbekerwedstrijd 500 meter in Calgary van 2007 was er zo één. Als de dag van gisteren in zijn herinnering. "Dat was de race waar ik op mijn allerbeste was. Ik opende 9,6 seconden op 100 meter, reed een bizar goede buitenbocht en zat op de kruising al naast mijn Amerikaanse tegenstander. Ik stoof op de binnenbocht af en dacht: 'Ik zit hier he-le-maal verkeerd!' Ik sneed de bocht niet goed aan en vloog onwijs de bocht uit, raakte de boarding zelfs en reed niet eens m'n beste tijd. Gek genoeg was het wel één van m'n mooiste races. Ik kon me altijd goed focussen op één moment, waarin alles moet gebeuren en wel zo foutloos mogelijk. Streven naar perfectie. Dat vond ik als sprinter het mooist en dat vind ik als trainer nog steeds."
En dat is precies wat hij gaat toevoegen in de wereld van het marathonschaatsen. Een wereld waarin enorm hard getraind wordt, dat zag hij al wel, maar waar het soms wel iets slimmer mag. "Het gaat om details. Veel uren maken is de heilige graal bij marathonschaatsers. Maar in het fietsen zie je ook de omslag al. Ik werk mee aan een onderzoek bij het wielerteam LottoNL-Jumbo en ook daar zie je de kentering ontstaan. Onderzoeken tonen aan: het gaat niet altijd om kwantiteit, ook om details."
Als voorbeeld noemt hij dat rustige trainingen vaak te hard gaan, waardoor intensieve trainingen 'aftoppen'. "Daardoor vlak je af. Maar ik wil contrast. Snel moet snel, langzaam moet langzaam." Een hele kluif voor jongens die elkaar het liefst iedere training een beetje pijn doen. "Dat is de mindset die je moet creëren. Net zoals we in het seizoen meer toe zullen werken naar piekmomenten, moet je dat ook in je wekelijkse trainingen kunnen. Rustig aan doen, een keer een dag niets. Maar wel intervals op het ijs doen met rondjes van 26 seconden in plaats van 28."
De dingen anders durven doen, zonder er met gestrekt been in te gaan, dat wordt de missie van Trouw in het team. Draagvlak creëren en veranderingen rustig brengen. Want veranderen is niet nodig omdat het niet goed gaat, maar omdat het altijd beter kan. "Iedere schaatser wil groeien. En tot op zekere hoogte reflecteert iedereen wel. Maar vaak is dat in de trant van: ik moet meer doen. Maar soms moet je dingen ánders doen. Als je wilt groeien, moet je van je pad afwijken."
"De angst voor het onbekende is sterk. Bij mensen en zeker bij sporters. Als je werkt op basis van wat je altijd gedaan hebt, weet je wat je kunt verwachten en wat je er voor terug krijgt. Als je iets gaat omgooien, weet je dat niet meer. Veranderen is altijd een sprongetje in het diepe. Maar het kan niet anders."
Werken aan vertrouwen
Hij heeft een duidelijke mening, maar klinkt niet eigenwijs. Dat is hij ook niet, zegt hij. "Het gaat om het gesprek. Ik kan ze wel een schema geven, maar als ze daar geen vertrouwen in hebben, weet je op voorhand zeker dat ze ook niet met vertrouwen aan de start zullen staan. Het is een gesprek dat je met elkaar hebt. 'Waarom wil je dit graag zó doen? Hoe heb je dat in het verleden gedaan? Hoe reageerde je lichaam daar toen op? Zouden we het dan ook op déze manier kunnen doen? Het gaat uiteindelijk om openheid én vertrouwen."
Dat is ook de wisselwerking tussen de coach, de trainer en de wetenschapper die alledrie huizen in Jurre Trouw. "Soms moet je je trainershart loslaten en moet je kijken naar de persoon. Hoe kan de persoon op dit moment een prikkel verdragen? De trainer zegt dat een serie extra kan, terwijl de coach soms denkt: het is genoeg. En daarnaast zegt de bewegingswetenschapper in mij: ik wil het onderzoeken, écht kijken naar waar nog winst is te halen."
En ja, soms mag de knuppel in het hoenderhok. Zoals marathonschaatsers het graag hebben. Samen op de fiets of skeelers stappen en één voor één gesloopt weer thuis komen. "Dan stuurt Roy (Boeve, red.) de jongens na drie uur skeeleren toch nog een blokje om, omdat hij denkt dat ze dat op een dag nodig hebben. Dan zegt het schema linksaf, maar moet je rechtsaf gaan, omdat ze ook mentaal moeten groeien. Dan laat je de trainingsprikkel los en pak je de mentale component."
De combinatie van Roy Boeve en Jurre Trouw verloopt wat dat betreft uitstekend. "Ja, we zijn erg complementair aan elkaar. Ik ben soms te lief en hij heeft van zichzelf gemerkt dat hij de onderbouwing mist voor de trainingsprogramma's. Ik denk dat het een hele goede ontwikkeling is. Je eigen kracht onderkennen. Je moet het van jezelf weten."
Bekijk ook:
Sam Boon en Daniel Niero wisselen vlak voor seizoenstart nog van ploeg (17 oktober 2017)AB Direct debuteert met pak in overwegend zeegroen (11 oktober 2017)