Geschiedenis: Amsterdamse revanche Elfstedentocht 1956
geplaatst donderdag 9 december 2010 om 15:51:56 op Schaatspeloton.nl
Op een archieffoto is het marathonschaatspeloton van 1956 te zien in het Amsterdamse Bos. (bron: Stuyfssportverhalen.wordpress.com)
André Stufersant schrijft op Stuyfssportverhalen.wordpress.com:
Het was de tijd van de buizenradio, kolenkachel, hoorspelen, ontstellend lullige muziek, spruitjeslucht, verzuiling, en burgerlijke vertrutting. Maar de jaren vijftig waren dan wél weer de hoogtijdagen van de sport. Stadions puilden ieder week uit en wielercriteriums werden bekeken door duizenden. En als er geen sport te zien was, waren er nog sportbladen als Sportief, en Sportwereld waarin het journaille, niet gehinderd door live televisiebeelden, helden en mythen creëerde.
In de winter van 1954 hadden ze kolommen volgeschreven, waarbij de superlatieven over elkaar heen buitelden, over die onderwijzer uit Heerenveen die zojuist de Elfstedentocht gewonnen had. De media kon trots zijn: Jeen van de Berg, én de epos van de Elfstedentocht waren in één klap bekend. Het Vrije Volk en Sportwereld konden, eind februari 1956, dan ook geen buil vallen met het organiseren van de Bosrace, wat stond voor de allereerste schaatsmarathon in Amsterdam.
Liefst vijftigduizend toeschouwers trotseerden Arctische poolwinden om in het Amsterdamse Bos nou eens met eigen ogen een schaatsmarathon te zien. Op een parcours van vijf kilometer gingen meer dan honderd schaatsers de strijd aan voor een race over vijfenzeventig kilometer.
Een week eerder was de Elfstedentocht gehouden die eindigde met een fikse kater want er was geen winnaar. De complete kopgroep van vijf rijders, die hand in hand over de eindstreep kwamen, werd gediskwalificeerd. Voor het publiek maakte dat gegeven de koers alleen maar leuker want die stond in het teken van wraak en revanche. Gestreden werd er met het blanke zwaard. Vooral Maus Wijnhout één van de gediskwalificeerden, wilde zich bewijzen. Waarschijnlijk had Maus zich, na de Elfstedentocht, de haren uit zijn kop getrokken dat hij zich had laten overhalen om gezamenlijk over de finish te gaan. Volgens krantenverslagen was Maus de smaakmaker op de bevroren Friese wateren, dé potentiële winnaar.
Maar ook in het Amsterdamse Bos bleek Wijnhout niet het slimste jochie uit het schaatsklasje te zijn. De hele race had de inwoner uit Abbenes met zijn krachten gesmeten. Maus tomeloos op kop, gaten dicht rijdend, wilde alles en iedereen laten zien dat hij, Maus Wijnhout, de beste marathonrijder van 1956 was. Maus, inmiddels weg gezakt in de krochten van de schaatsgeschiedenis, was sterk maar Jeen van de Berg de slimste want liet in de eindsprint Wijnberg achter zich.
Volgens het verslag in sportblad Sportief was de sprint te machtig voor de toeschouwers, die politiekordons doorbraken en met duizenden het ‘gevaarlijk krakende' ijs op kwamen gestormd om Jeen op de schouders te nemen. Het cynisme van de Amsterdamse sportliefhebber kennende zal dat laatste wel verzonnen zijn door de journalist van dienst.