Schaatspeloton.nl - Columns - Ik weet helemaal niks

Ik weet helemaal niks

geplaatst vrijdag 18 februari 2011 om 09:20:31 op Schaatspeloton.nl

Geert Plender

Geert Plender een 25-jarige parttime medewerker van CadoMotus en freelance journalist is vijfdejaars Top Divisierijder bij het Team Ruitenberg, Van Werven. Geert is Christen en betrokken bij de religieuze Stichting Sports Witnesses. Hij is getrouwd met oud landelijk marathonschaatsster Sigrid ter Haar en zij verwachten samen in april hun eerste kind. Vanaf 29 oktober gaat Geert voor Schaatspeloton.nl elke vier weken een column schrijven waarin hij naast persoonlijke zaken ook de marathonschaatssport en haar schaatsers beschouwen soms in vergelijking met andere sporten of andere sporters.

Een sporter weet helemaal niets, maar gelooft. Gedreven door passie en liefde voor de sport, in het hart gelegd door een jeugdheld, stoere broer of vader, gerijpt door de tijd. Niemand weet waar het schip strandt; geen sporter weet waar de carrière is begonnen, zich bevindt of eindigt.

Waarom dat interessant is? Ik wil niet beoordeeld worden, als had ik alles onder controle. Ik wil niet beoordeeld worden, als had ik het succes voor het uitkiezen. Ik wil niet beoordeeld worden, alsof ik überhaupt verantwoording dien af te leggen aan wie dan ook. Toch word je daar als topsporter continu mee geconfronteerd. Zelfs als simpele marathonschaatser lijk je publiek bezit te worden, zodra je naam vaker in de top 10 verschijnt, ook al is het op kleine schaal.

Ter illustratie: iedere maandagavond togen we op de fiets naar Oldebroek, vanaf de boerderij in Kamperveen toch een slordige 15 kilometer fietsen. Ik, samen met mijn broers en zus, op weg naar een skeelertraining van Jan Wiebe Last, op ‘de Wijhe Ruit'. Met een beetje geluk zag ik Dries en Henri, naar wie de baan is vernoemd, ook nog rondjes rijden.

Een oude fiets ook nog. Met een oude tas onder de snelbinders, met een paar van mijn broer overgenomen skeelers. Ze wogen toen nog minstens vijf kilo, die skeelers. Maar ik wist niet anders, of maandagavond was skeeleravond. Met de paplepel erin gegoten. Sport hoorde bij de opvoeding en er was maar één sport. Of eigenlijk twee. Skeeleren en schaatsen. Er is één dissident in de familie, mijn kleine zusje. Ze voetbalt. Vader is in al die jaren één keer wezen kijken.

Achteraf zijn die ritten, op die oude fiets, met die oude tas met loodzware skeelers, het begin geweest van mijn carrière. Wist ik toen veel. Eigenlijk weet ik nog steeds niet veel. Ik skeeler nog steeds, ik schaats nog steeds. Ik vind het leuk dat ik na al die 20 jaren dat ik het doe, nog steeds vooruitgang boek. Ik ben de uitdaging die erin ligt het maximale uit jezelf te halen gaan waarderen. Ik houd wel van het onzekere bestaan van een topsporter.

Opgepikt door een talentenploeg, beland in een succesvolle skeelerploeg, meegelift op het succes van een team Ruitenberg. Überhaupt gewoon gezegend met een dosis talent. Zo onbekommerd als ik het schrijf, zo ging het. Koos ik ervoor? Nee, het groeide zo. Regisseerde ik het zo? Nee, het overkwam me gewoon. Geen moment heb ik het zelf in de hand gehad. Je kan voorwaarden scheppen, hoor ik u zeggen. Ja, maar ik kan geen succes scheppen. Dat kwam. U begrijpt dat het voor mij niet zo moeilijk is het Opperwezen te danken voor al die zegeningen.

Na jaren lang je best doen, beland je in de top van een klassement en heb je er deels je werk van kunnen maken. Dan lijkt het of je je ook ineens moet verantwoorden. Als je bijvoorbeeld twee maal achter elkaar een natuurijsklassieker niet uitrijdt, en voor 70 kilometer schaatsen naar Zweden reisde. Liever had ik daar in de kopgroep gereden, maar dat lukte gewoonweg niet. Het grappige is dat iedereen eerder behaalde successen alweer lijkt te zijn vergeten, op het moment dat ze je fijntjes herinneren aan deze tekortkomingen.

De confrontatie met jezelf is het zwaarste van topsport. Iedere wedstrijd weer, iedere training, worstel je met positieve en negatieve gedachtes, met dat wat je goed doet en niet goed. Het ongenuanceerde oordeel van externen kun je er dan eigenlijk niet bij hebben. Zeker niet als je denkt aan het willekeurige verloop van de sportcarrière, die maar gewoon begon met een paar skeelers van vijf kilo.

Alle Columns van Geert Plender:

Bestaansrecht (29 oktober 2010)
BAM toneelspel (26 november 2010)
Van de hemel naar de hel (24 december 2010)
Hop naar je nieuwe job (21 januari 2011)
Ik weet helemaal niks (18 februari 2011)