Schaatspeloton.nl - Columns - Meedoen

Meedoen

geplaatst vrijdag 26 februari 2010 om 09:36:32 op Schaatspeloton.nl

Jouke Hoogeveen

Jouke Hoogeveen is een 30-jarige Pedagoog uit Amsterdam. Daarnaast skeelert en schaatst hij op het hoogste niveau. Zijn talent om lang door te kunnen bijten komt goed van pas op lange wedstrijden op asfalt en ijs. Zo won hij vorig seizoen de 150 kilometer op natuurijs in Zweden. Jouke Hoogeveen is geboren in het Elfstedenstadje IJlst, maar woont sinds zijn studietijd samen met Femke Roemer in het centrum van Amsterdam. Als pedagoog begeleidt hij kinderen met een autistische stoornis. Pas na zijn studie is Jouke Hoogeveen gaan schaatsen. Hij was direct enthousiast over de combinatie van keiharde competitie en gezelligheid binnen het marathonschaatsen. Dit jaar is zijn derde jaar op het hoogste niveau. Ook dit jaar zal hij weer azen op een hoofdprijs, liefst op natuurijs. Vanaf vrijdag 9 oktober zal Jouke Hoogeveen voor Schaatspeloton.nl om de week zijn gedachten in een column vatten.

'Goed' is voor haar iets anders dan voor de gemiddelde marathonschaatser. De meesten gaan voor goud. Een eerste plek, of ten minste een podiumplaats per seizoen, dat is wat de sponsoren van ons willen en waar wij van dromen. Zij, en met haar zeker een derde van het vrouwenpeloton, heeft andere doelen. Haar ambitie is nederig, maar brandend.

Haar droom ligt niet in de toekomst, haar droom ligt in het nu. Meedraaien op topniveau in het marathonschaatsen is voor haar een droom die is uitgekomen. Dit is waar ze altijd over fantaseerde. Dit is een droom waar zij nu al twee jaar in verkeert. Het is echter een droom waar ze na een doldwaze winter bruusk uit zou kunnen moeten ontwaken.
Wie wil blijven dromen moet doelen halen: Een keer bij de eerste twintig. Dat is wat een dame ook in de toekomst zonder problemen de toegang verschaft tot de topdivisie. Ook regelmatig top veertig uitslagen rijden valt in de smaak bij zij die beslissen over haar droom. Als je je doelen haalt, mag je volgend jaar weer komen dromen.
Het lijkt me zwaar. Elke wedstrijd staat in het teken van het behouden van de huidige situatie. Elke keer weer is uitrijden van levensbelang. Wanneer je gedwongen bent om zo te rijden, is je deelname aan het grote en prachtige spel dat een marathon kan zijn vrij eentonig. Het is een kwestie van blijven staan, bijhouden en misschien een keer een puntje sprokkelen.
Ploegenspel, tactieken, demarrages of treintjes…..dames van haar slag houden zich hier niet mee bezig. Voor de wedstrijd knikken zij elkaar bemoedigd toe en tijdens de strijd op het ijs laten zij elkaar er soms tussen. Alle energie moet worden aangewend om maar deel te mogen blijven uitmaken van het voortsnellende peloton. De wedstrijd is voor hen geen spel, maar een serieuze zaak.
Zo nu en dan komt ze voorin het peloton terecht. Het is nog een onwennige omgeving voor haar. Links en rechts flitsen vrouwen voorbij. Om vage redenen wisselen zij voortdurend van positie. Er wordt geschreeuwd. Er wordt geduwd. Keiharde versnellingen vinden plaats. Het is er geweldig. Haar verblijf op deze plekken duurt meestal maar kort. Maar het smaakt naar meer.
Vijftien kilometer fietsen naar het werk en vijftien kilometer terug naar IJburg. Deze ritjes bovenop het pittige trainingsschema en het zou deze winter wel goed gaan komen. Ze zou zich van voren gaan melden.
Maar dat viel tegen. Een onwillige beenspier wilde niet langer verder dromen. Door dit haperend lichaamsdeel moesten het wedstrijdprogramma en de trainingen flink aangepast worden. Ze moest heel erg oppassen dat trainingen niks kapot maakten. Het been was onwillig, maar soms wilde het wel. Het was een raadsel.
Expert in schaatstechniek Andres Landman kwam met de oplossing. Een soepeler techniek zou helpen. Daarnaast werden hier in huis voor mijn neus ineens bizarre baloefeningen uitgevoerd. Het been leek hier niet van gediend. Tijdens trainingen bleef het steeds maar pijnsignalen uitzenden. Ook hield het been niet van de bal.

Terwijl wij genoten van een uiterst strenge winter, had zij, na een veelbelovende start, een kwakkelwinter. Het werd er niet beter op. Totdat zij genoeg had van het gedoe om haar door het natuurijsgeweld kromgeworden ijzers recht te krijgen. Bruusk werden een paar nieuwe korte ijzers aangeschaft. Op de training deed het been zijn gebruikelijke vervelende klaagzang.
De lange reis naar de wedstrijd in Groningen stond in het teken van die ene prangende vraag: ‘hoe zou het gaan met het been?' Redelijkerwijs kon ik hier alleen maar negatieve antwoorden op bedenken. Het been zou zich gaan roeren, het zou gaan klagen, en het zou haar na een paar ronden liefdeloos laten stikken.
En zo ging het ook. De eerste dertig ronden reed ze stijf en stram over de baan. Achterin het peloton streed ze de strijd van hen die er zo graag bij willen blijven. Meerijden in plaats van meedoen. Ze moest en zou tot het einde deel blijven van de lintvormige groep dames. Mijn verbazing was groot dat met nog twintig ronden te gaan het erop leek dat zij de groep niet hoefde te laten gaan.
Gerustgesteld wendde ik me van de koers af terwijl ik op de Tacx wat soepelheid in de vermoeide benen probeerde te draaien. ‘Wat doe die gekke vriendin van jou nou'? klonk het ineens naast me. Durk Fabriek – ook buiten de eigen koers de man van het inzicht – zag kennelijk iets opmerkelijks aan Femke.
Gewoontegetrouw zocht ik haar blauw/oranje silhouet achterin het peloton. Zij was nergens te ontwaren. Ik begon me zorgen te maken. Zou ze raar gevallen zijn? Misschien was ze gelost. Toen ik nog verder naar achteren keek ontdekte ik haar eindelijk. Ik keek naar achteren, maar Femke reed van voren.
Met ferme vastberaden slagen liet zij het peloton achter zich. Dit was uniek. En misschien nog wel slim ook. Want aangezien er al een groepje rond was, zou het peloton wel eens kunnen berusten in de aanval van de eenling.
Twee ronden lang duurde het. Twee ronden proeven van het paradijs. Toen riep het peloton haar weer tot de orde. Langzaam zakte zij terug tot haar gebruikelijke stek. Ze zette de schouders er nog maar eens onder en beet nog één keer op haar tanden. Het been had niet van zich doen spreken en zij had een droom van een wedstrijd gereden.

Ik hoop dat ze volgend jaar verder mag dromen.

Alle Columns van Jouke Hoogeveen:

Persoonlijk Record (9 oktober 2009)
Hoe is het nou in Amsterdam? (23 oktober 2009)
Melancholie (6 november 2009)
Partner Pijn (20 november 2009)
De tombola van de B-divisie (4 december 2009)
Afscheid van de Westertoren (18 december 2009)
Priesters in het Peloton (1 januari 2010)
De Tocht (16 januari 2010)
De Fringale (1 februari 2010)
Stakker (12 februari 2010)
Meedoen (26 februari 2010)
Grijze dagen (12 maart 2010)